Op 19 november komt de social profitsector op straat om een nieuw Vlaams akkoord te eisen.
Landelijke Kinderopvang is erg bezorgd voor de toekomstige kinderopvang en vraagt aan de onderhandelaars van de Vlaamse akkoorden om een oplossing te zoeken voor de grootste knelpunten.
Landelijke Kinderopvang is de grootste aanbieder van kinderopvang in Vlaanderen met meer dan 50.000 kinderen bij onthaalouders, kinderdagverblijven en initiatieven buitenschoolse opvang.
De grootste knelpunten zijn:
1. Personeelsomkadering:
Het huidige personeelskader in de Diensten voor Onthaalouders en in de Initiatieven Buitenschoolse Opvang is absoluut ontoereikend om de toenemende werkdruk en kwaliteitseisen op te vangen.
In de Diensten voor Onthaalouders wordt één voltijdse dienstverantwoordelijke betoelaagd voor 106 opvangplaatsen met gemiddeld 27 onthaalouders en 200 ingeschreven kinderen.
Deze medewerker staat in voor een uitgebreid pakket van taken: permanentie, berekening van gezinsbijdragen, facturatie, pedagogische ondersteuning van onthaalouders, opvolging van de opgevangen kinderen, veiligheid en kwaliteit van opvang.
Dit is een onmogelijke opdracht!
Het laatste jaar zijn de eisen op het vlak van veiligheid en crisismanagement erg toegenomen, zonder bijkomend personeel.
Ter vergelijking: in een kinderdagverblijf wordt een voltijdse sociaal-pedagogische medewerker betoelaagd voor 36 opvangplaatsen; daar bovenop is er nog een voltijdse directiefunctie voor 100 opvangplaatsen.
2. Verlof
In de vorige akkoorden zijn bijkomende leeftijdsverlofdagen toegekend aan de medewerkers zonder de volledige financiële compensatie voor de noodzakelijke vervanging.
3. Harmonisatie van lonen
De lonen van de verantwoordelijken in de Diensten voor Onthaalouders en in de Initiatieven Buitenschoolse Opvang moeten geharmoniseerd worden naar dezelfde looncategorie.
Ook de lonen van kinderbegeleidsters in IBO’s moeten op hetzelfde niveau gebracht worden als de lonen van de kinderbegeleidsters in kinderdagverblijven.
De eindejaarspremie voor de medewerkers die betoelaagd worden door het Fonds voor Collectieve Uitrusting van Diensten (binnen de Rijksdienst voor Kinderbijslagen) moet gelijkgeschakeld worden met die van hun Vlaams betoelaagde collega’s.
Tot slot vragen we dat de premies voor de medewerkers met een weerwerkgesco-statuut jaarlijks geïndexeerd worden.